Gebruik de zoekfunctie via het vergrootglas in de menubalk om in de kennisdatabank te zoeken. Vind je geen antwoord? Stuur je vraag naar ons via dit formulier.

Hoe moet ik een kat die behandeld wordt voor hyperthyroïdie opvolgen? Welke bloedtesten? Hoe vaak?

Na behandeling met radioactief jood of chirurgie wordt aangeraden om het totaal T4 (TT4) en creatinine te meten 1 maand, 3 maanden, 6 maanden en 1 jaar na behandeling. In katten die met medicatie behandeld worden, is het aangeraden om idealiter het TT4 in de lage helft van de referentiewaarden te krijgen. Eenmaal dit doel bereikt is, is het aangeraden om het TT4 elke 3 tot 6 maanden te meten. Wanneer het TT4 te laag is of zeer laag-normaal (zeker als ook bijkomend azotemie aanwezig is) wordt aangeraden om ook TSH te bepalen om iatrogene hypothyroïdie uit te sluiten.