Back to basics: Hoe de linea alba sluiten
Inleiding
De meeste dierenartsen voeren regelmatig een laparotomie uit en het sluiten van de linea alba is daar een essentieel onderdeel van. Postoperatieve complicaties zoals seroom vorming, wondinfectie en dehiscentie kunnen het gevolgd zijn van een slechte techniek.
Anatomie
De linea alba bestaat uit meerdere lagen (Fig. 1) maar voor het sluiten van de buik is de uitwendige fascia van de rectus abdominis spier (de “external rectus sheath”) de belangrijkste anatomische laag om te incorporeren in de hechting. De andere spieren en lagen van de linea alba dragen weinig bij tot de sterkte van de linea alba. Het is dan ook niet nodig om deze lagen in je hechting te incorporeren. Wetenschappelijk is aangetoond dat het incorporeren van het peritoneum aanleiding kan geven tot verklevingen.
Praktisch
- Neem enkel de uitwendige fascia van de rectus abdominis mee in je hechting
- De linea alba kan zowel met enkelvoudige hechtingen of d.m.v. een doorlopende hechting gesloten worden. Het voordeel van een doorlopende hechting is dat er minder lichaamsvreemd materiaal wordt aangebracht en dat het sneller gaat. Wetenschappelijk is aangetoond dat er geen verschil is qua complicaties tussen de twee technieken.
- Plaats elke hechting minimum 5 mm van de rand van de incisie om uitscheuren te voorkomen
- Op het gebied van hechtmateriaal wordt meestal een traag absorbeerbaar, synthetisch hechtmateriaal gebruikt zoals PDS (polydioxanone) of Vicryl (polyglactin 910). Snel absorbeerbaar hechtmateriaal zoals Monocryl (polyglecaprone) wordt beter niet gebruikt omdat het te snel zijn sterkte verliest. Bij patiënten met vertraagde wondgenezing kan een niet absorbeerbaar hechtmateriaal gebruikt worden zoals Prolene (polypropylene). Catgut of Chroom catgut zijn niet geschikt voor het sluiten van de linea alba.
Reacties