Wat is FGF-23 en wat is erover geweten?

A long-haired white-red cat with sore eyes lies on newspapers on the windowsill.

Chronische nierziekte (CNZ) is een veelvoorkomend probleem bij oudere honden en katten, en het heeft een aanzienlijke impact op hun kwaliteit van leven. Een van de complicaties die kunnen optreden is het ontstaan van Chronic Kidney Disease-Mineral Bone Disorder (CKD-MBD). CKD-MBD is een term die wordt gebruikt om de verstoringen in het bot- en mineraalmetabolisme te beschrijven die vaak voorkomt bij patiënten met CNZ.

Wanneer tengevolge van CKD de fosfaatconcentratie stijgt, zullen osteocyten meer fibroblast growth factor 23 (FGF-23)  produceren. FGF-23 bevordert de uitscheiding van fosfaat in de urine en remt de synthese van calcitriol (vitamine D). Het wordt beschouwd als een vroege merker van CKD-MBD. Zo toonde een recente studie bij honden met CKD dat een FGF-23 gehalte hoger dan > 528 pg/mL, geassocieerd was met het sneller ontwikkelen van hyperfosfatemie en een snellere progressie van de CKD. Bij mensen en katten met CKD werd aangetoond dat de ernst van de stijging in FGF-23 geassocieerd is met de ernst van de CKD.

Verder toonde een recente studie bij oudere katten dat een toename van zowel FGF-23 als PTH een voorspeller was van het ontwikkelen van vroegtijdige azotemie. Een andere studie bij 26 gezonde, geriatrische katten rapporteerde dat het FGF-23 significant hoger was bij 14 van de 26 katten die binnen de 12 maanden azotemie ontwikkelden versus 12 katten die geen azotemie ontwikkelden binnen de studieperiode.

Sinds kort kan FGF-23 commercieel gemeten worden bij katten via Idexx.

Wat zijn nu de mogelijke klinische toepassingen van FGF-23?

  • Vroege merker van CKD-MBD die mogelijk kan helpen te voorspellen welke dieren hyperfosfatemie zullen ontwikkelen en kan helpen te bepalen welke dieren nood hebben aan een dieet dat beperkt is in fosfor.
  • Prognostische factor: zowel bij mensen als katten met CNZ werd gevonden dat een gestegen FGF-23 geassocieerd is met een kortere overlevingstijd. Bij honden werd gevonden dat een gestegen FGF-23 geassocieerd was met snellere progressie van de nierziekte.
  • Gezien FGF-23 zo vroeg in het ontstaan van CNZ stijgt, wordt aangehaald dat deze parameter mogelijk ook als diagnostische merker voor vroegtijdige detectie van CNZ gebruikt kan worden. Verder onderzoek naar het gebruik van FGF-23 voor de diagnose van CNZ is echter nodig.
  • Mogelijk kan FGF-23 ook gebruikt worden bij het monitoren van behandeling met fosforbinders.  

Hoe moet je de testresultaten interpreteren?

Gebaseerd op de richtlijnen van Idexx.

FGF-23 ≤ 299 pg/mL: FGF-23 valt binnen referentie waarden. Er is geen bewijs van CKD-MBD. Dit betekent niet dat er geen sprake is van CNZ, maar alleen dat FGF-23 niet buiten het verwachte bereik is en dat therapie om de fosforwaarden aan te pakken op dit moment waarschijnlijk niet nodig is.

  1. FGF-23 300-399 pg/mL. Dit is een grensgeval. FGF-23 is hoger dan verwacht, maar niet op een niveau dat duidelijk wijst op de noodzaak van gerichte therapie. Het wordt aanbevolen om FGF-23 te herhalen na 3-6 maanden, samen met een chemieprofiel en urinetest, om de voortgang en ontwikkeling van CKD-MBD te volgen.
  2. FGF-23 ≥ 400 pg/mL: FGF-23 is verhoogd. Gerichte therapie om de fosforbelasting te verminderen door middel van een dieet is gerechtvaardigd, samen met alle andere aangewezen CNZ-therapieën*.

*Voor algemene richtlijnen in verband met de behandeling van CNZ verwijzen we graag naar de IRIS stage richtlijnen: klik hier.

Of bekijk het protocol ‘Chronische nierziekte: behandeling bij de kat’.

Er zijn enkele comorbiditeiten waarvan onderzoek suggereert dat ze invloed hebben op FGF-23, waaronder ongecontroleerde hyperthyreoïdie, hartziekten, matige tot ernstige systemische ontsteking en/of neoplasie, lytische botlaesies en anemie. Op dit moment wordt aangeraden om FGF-23 niet te bepalen bij patiënten met een van deze ziektes.

Referenties

Harjes LM et al. Fibroblast Growth Factor-23 Concentration in Dogs with Chronic Kidney Disease. J Vet Intern Med 2017; 31(3):784-790.

Hirosumi M et al. Association between serum fibroblast growth factor-23 concentration and development of hyperphosphatemia in normophosphatemic dogs with chronic kidney disease. J Vet Intern Med 2021; 35(5):2296-2305

Finch NC et al. Fibroblast growth factor 23 (FGF-23) concentrations in cats with early nonazotemic chronic kidney disease (CKD) and in healthy geriatric cats. J Vet Intern Med 2013; 27(2):227-33

Verwante artikelen

Reacties

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *